Lef tonen door te zeggen: laten we uitgaan van vertrouwen in de onderwijsprofessionals rondom het kind en in methodes in plaats van uitgaan van controle zoals in het huidige systeem. Dat is kort gezegd de filosofie van het manifest Leve het Onderwijs, dat schoolbestuurder Jeanette de Jong van Blosse in Heerhugowaard volop onderschrijft. Dit betekent ook een eigentijdse kijk op toetsen. “De eindtoets is van oorsprong bedoeld om een onderwijsprofessional te ondersteunen, maar is verder gegroeid tot een toets waar je alles vanaf laat hangen. Daarom kijken wij, binnen onze organisatie en met het manifest, graag naar passende alternatieven. En als wij daarbij buiten de lijntjes van de inspectie kleuren, dan doen we dat omdat dit het beste is voor het kind.”
Jeanette de Jong is al zo’n 5,5 jaar bestuurder bij Blosse, samen met haar collega Remco Prast. Met ongeveer 30 locaties voor – vaak gecombineerd – onderwijs en kinderopvang, is het een groot bestuur. Anderhalf jaar geleden startte het bestuur hun ‘expeditie’: een ontdekkingstocht naar of wat er in hun onderwijs wordt gedaan, nog steeds het juiste is voor de kinderen. Segregatie, kansen(on)gelijkheid en prestatiedruk zijn onder meer factoren die hierbij een rol spelen. “We willen teruggaan naar onze bedoeling: kinderen inspireren om tot brede ontwikkeling te komen. Daar horen ook andere vormen dan de huidige toetsen bij. In dit hele proces werken we met gastsprekers zoals Marieke Bijl en Ben Tiggelaar, houden we workshops en nemen we teams, ouders, stakeholders en zelfs de kinderen mee in de dialoog. Want als wij zaken op onze scholen willen wijzigen, zijn zij ook van groot belang. Dat is spannend, maar het brengt ook solidariteit.”
Teruggaan naar de bedoeling van het onderwijs past eveneens heel erg bij de reden waarom Blosse zich achter Leve het Onderwijs schaart. “De betekenis van de (eind)toetsen is volgens ons veel te zwaar. We vergelijken kinderen continu met elkaar. Daarnaast selecteren we veel te jong primair op basis van uitkomsten van de toets. De toets is leidend in de huidige maatschappij en niet de ontwikkeling van het kind. Hierdoor wordt ook vaak toegewerkt naar en een groot belang gehecht aan een goed toetsresultaat. En vergeet niet: vaak in milieus waar het goed gaat of er geld is voor bijles, zijn er direct meer kansen. Dit vergroot enkel de ongelijkheid tussen kinderen. Daarom willen we graag kritisch kijken naar ons toetsen. We willen dat de eindtoets een hulpmiddel is voor leerkrachten om hun eigen professionaliteit te spiegelen. Het is niet bedoeld om een stempel te drukken op een kind." Daarom wordt onder meer door Nicole Hanegraaf, via Leve het Onderwijs, een proces begeleid naar het schrappen van de eindtoets, welke partijen hierbij betrokken moeten worden en hoe door scholen met andere uitingsvormen nog steeds een gedegen schooladvies kan worden gegeven.
Met andere uitingsvormen in hun onderwijs bedoelt De Jong niet dat zij toetsen al rigoureus hebben afgeschaft. Zo nemen zij onder meer nog netjes de M-toets en de E-toets af. Maar dat weerhoudt Blosse niet om al anders aan de slag te gaan. Zo wordt er in sommige scholen met een talentenkaart en portfolio gewerkt. Ook is het bestuur op een aantal plekken bezig met een formatief assessment, waar de groei van het individuele kind zichtbaar wordt gemaakt. Met deze middelen zorgt Blosse ervoor dat zij zich vanuit een bredere ontwikkeling verantwoorden. “Wij willen namelijk ook laten zien dat kinderen zich bij ons als jong mens ontwikkelen. Meten doe je met een toets, maar je maakt de groei merkbaar door bijvoorbeeld met portfolio’s en assessments te werken. Zo blijf je altijd in dialoog met het kind, zonder dat het enkel bij een cijfer blijft.”
Het aantonen van deze merkbare groei is voor De Jong heel belangrijk. “Er komen bij ons ook kinderen uit het speciaal basisonderwijs terug in groep 7. In het kader van inclusiever onderwijs is dat hartstikke fijn. En als deze kinderen uitstromen naar het praktijkonderwijs, horen ze er gewoon bij. Dat ze naar het praktijkonderwijs gaan, betekent niet dat ze geen ontwikkeling hebben doorgemaakt. Ze zijn op hun eigen manier en tempo gegroeid, ook al vallen ze buiten een ‘norm’. Het zou fijn zijn als we veel individueler gaan kijken in plaats van kinderen continu met elkaar te vergelijken. Wat mij betreft start zo’n visie op goed onderwijs al bij de kinderopvang.”
De Jong geeft aan dat de visie op goed onderwijs van haar stichting soms botst met die van de inspectie. Zo heeft de organisatie op een kinderopvanglocatie het domein 3 tot 6-jarigen, omdat zij bewust geen knip wilden zetten bij vier jaar. “Bij de inspectie past dit niet in het afvinklijstje, dus wordt het afgekeurd. Terwijl het wel met alle juiste bedoelingen voor het kind is. Gelukkig gaan we met de gemeente Heerhugowaard een pilot draaien om peuters en kleuters bij elkaars te houden. Daarbij moeten dan natuurlijk wel andere criteria worden bedacht waarop ontwikkeling wordt gemeten. Maar elke stap is er één!”
Wegcijferen is een campagne op initiatief van Verus waarin we samen met maatschappelijke partners de prestatiefascinatie aanpakken in het belang van het welzijn van kinderen en jongeren.
NB Op de inschrijving voor de nieuwsbrief is de privacyverklaring van Verus van toepassing.